
Uit de oprea Rusalka van Antonin Dvořák.
De waternimf Rusalka is verliefd geworden op een mens - de prins - toen hij in haar meer kwam zwemmen. Nu wil ze zelf mens worden en op het land wonen om bij hem te zijn. Rusalka's vader, de Water Sprite, is geschokt en vertelt haar dat mensen slecht en vol zonde zijn.