- Nieuw
- Niet op voorraad
Weerspiegelingen
Weerspiegelingen vertolkt in verschillende met elkaar verbonden delen het muzikale verhaal van fanfare ‘Looft den Heer ’ uit Oudega (Smallingerland). De compositie werd geschreven ter gelegenheid van het 120-jarige jubileum van dit orkest. Het eerste deel verklankt de ‘blauwe steen ’ , die als 'hedendaagse totem' de (muzikale) weg naar Oudega markeert en waarover vele verhalen rondgaan maar waarvan de oorsprong nog steeds onbekend is. Het deel introduceert aan elkaar geregen thema's en motieven die later in de compositie een rol gaan spelen. De oude klok van de Sint-Agathatsjerke, die van oudsher het ritme van de mens bepaalde, brengt de compositie naar het tweede deel. Het tweede deel is geïnspireerd op het karakteristieke landschap rondom Oudega, de Alde Feanen en ook hoe de tijd het landschap heeft gevormd en nog steeds vormt. Het gebied was oorspronkelijk moeilijk toegankelijk en is om die reden relatief laat bewoond geraakt. Na een historie van oorlogen en vikingaanvallen kreeg Oudega na het jaar 950, vanuit het initiatief van het bisdom Utrecht, haar eigen kerk. De gemeenschap kreeg hiermee steeds meer vorm. In het derde deel staat de fanfare 'Looft den Heer' centraal. Een koraal-achtige benadering met solistische passages weerspiegelen de signatuur van deze vereniging. Thematisch materiaal uit het eerste deel wordt gecombineerd solistische passages, o.a. in de trompet en trombone partij. Het deel bevat tevens een citaat van een compositie die ontstond in hetzelfde jaar als deze vereniging (1904), namelijk van 'Miroirs' (deel 5; 'de vallei der klokken') van Maurice Ravel. In het vierde deel staat de Grietman centraal. Hij was in het verleden het hoofd van de burgerlijke gemeente en had veel macht en invloed. Daarnaast mocht hij rechtspreken. Veroordeelden werden opgesloten in de toren van de Sint-Agathatsjerke, tevens werden het schandblok en ook de martelpaal gebruikt. Dit deel kenmerkt zich door een deciso karakter en contrastrijk muzikaal materiaal. Vanaf het vijfde deel werkt de compositie toe naar een groots slot. Dit deel grijpt terug op allerlei muzikaal materiaal van de voorgaande delen. Ook speelt de thematiek van psalm 150, een wens vanuit de opdrachtgever, een belangrijke rol. De Psalm is daarnaast ook een blauwdruk geweest voor alle delen op zich. Elk deel gebruikt namelijk het kopmotief van een van de regels van deze Psalm als materiaal voor nieuw te vormen motieven en melodieën.