Het gebied is ontstaan uit een grote veenafgraving midden in Bergschenhoek. In de 70-er jaren werden vlakbij het riviertje de Rotte 6000 jaar oude restanten van een jagers- en visserskamp opgegraven. De vroege bewoners leefden van de jacht en de visvangst. Sinds de oudheid is er een dikke veenlaag ontstaan in dit gebied. In de vroege Middeleeuwen, zo’n 5000 jaar later, was die veenlaag wel 7 tot 8 meter dik. De Graven van Holland gaven aan de groeiende bevolking het recht dit veengebied te ontginnen. Het zwarte, zompige goud zorgde voor ongekende voorspoed in de Hoekse Gouden Eeuw toen het veen werd afgegraven om als turf te dienen voor de opkomende steden. De compositie van De Leeuwenkuil is geschreven in opdracht van de fanfare Concordia Bergschenhoek ter gelegenheid van haar 80-jarig bestaan en is mede mogelijk gemaakt door het Fonds Podiumkunsten. Het stuk bestaat uit vier delen, is optimistisch van karakter en beschrijft de Leeuwenkuil zoals het nu is met een knipoog naar het verleden.