"Dit werk begint met een krachtige fanfare-achtige opening, (begin motief van ps 134) unisono gespeeld door de hoorngroep. Uitdagend begin voor deze sectie!
Het bevestigingssignaal wordt gespeeld door het hele orkest in de vorm van een triool. Voor dirigent en orkest is dat even zoeken naar juiste tempo/speelmanier, wat werkt wel/niet. De psalm in zijn geheel is dan in Bach stijl, geïnstrumenteerd in de sax-groep. Mooi gedaan!
Vervolgens gaat dit werk door met psalm 146. De componist schetst hier een mooi elegie-achtig klankbeeld. Een puls vanuit timp./bar.sax met hierboven een leidmotief door saxen/bastuba's afwisselend ingekleurd door gedempt trp/trb. Vervolgens gaat dit langzamere gedeelte over in een allegro beweging (zonder exact metronoom cijfer) waardoor het werk m.i. op verschillende interpretaties kan rekenen.
De fuga is technisch uitdagend gemaakt voor bar/euph.
De bewerking van Ps 65 begint in Adagio rubato sfeer, en daarin zit meteen weer de uitdaging. De interpretatie. Sfeer maken in dit gedeelte is het belangrijkste aspect en daardoor uitdaging voor dirigent en orkest.
Ps. 118 een jubel psalm. De stijl hier is een in 12/8 geschreven gigue Mm. 168. Het zal een hele klus worden voor menig orkest om dat tempo te bereiken. Technisch dus een uitdagend deel. Als extra hindernis om het hoge tempo vast te houden, heeft de componist modulaties en maatwisselingen (9/8) ingebouwd.
Kortom dit laatste deel zou je kunnen zien als een uitdagende toegift en aan dirigent en muzikanten de taak om dit zo spectaculaire mogelijk te doen.
Een dankbaar werk om te spelen, met (uitdagend) oog voor alle secties, en men hoeft niet persé een psalmkenner te zijn om dit werk überhaupt te spelen."
Andries Kramer - musicus