In het werk "La terre" worden op een associatieve manier allerlei elementen in klanken vertaald. De grondstoffen voor de instrumenten zijn de bouwstoffen voor de compositie. Het eerste gedeelte schildert de natuur, moeder aarde, houvast, de grond, waaruit alles voortkomt. De grond staat voor traditie, rituelen, vruchtbaarheid. In de muziek vertaalt zich dit in grondtonige passages, ostinato, maar ook de windvlagen van de inspiratie. De reflecties van menselijke emoties, verbonden aan de aarde, het leven op de aarde, zijn o.a.: blijdschap, verdriet, verwondering, berusting, hoop, wanhoop. De aarde is de vaste grond, waarop alles zich voltrekt. In het tweede deel wordt gespeeld met de stemmingen in een soort toccata. Hier klinkt de fanfare: soms verbrokkelt, dan weer als een massief geheel. De robuustheid van de klank is gegrond op de aarde, komt er uit voort. Er klinkt houvast en kracht in door, maar ook de liefde en nostalgie wordt ervaren in de zachte en broze klanken. "La terre" is het verhaal van de aarde, waaruit een fanfare oprijst in zijn veelzijdige schoonheid.