
De Boyaren vormden in Rusland, Bulgarije en Moldavië (Roemenië) een klasse binnen de aristocratie die net onder de tsaar of grootvorst stond. Hun macht was af te lezen aan hun gezichtsbeharing: de Boyaren in de hoogste positie droegen een baard, die in lagere posities hadden slechts recht op een snor.
In deze bewerking roept de saxofoon het beeld op van een groep Boyaren die er vanuit de verte te paard aan komt marcheren.