Van ‘versierde’ kerstbomenwas het eerst sprake in de 14e eeuw. Het was een heidens gebruik, dat in deze periode in de Elzas voorkwam. Tijdens de 15e en 16e eeuw werd het versieren van de kerstboom door de kerk overgenomen. De versiering bestond in eersteinstantie vooral uit etenswaar, als appels en koekjes. Later ging men ook kleine cadeautjes als versiering gebruiken. Er wordt beweerd dat Martin Luther, de hervormer, als eerste kaarsen in een kerstboom deed. De fonkelendevlammetjes creëerden een sterrenhemel waarin men Christus’ verschijning leek te herkennen. De Duitse organist Ernst Anschütz uit Leipzig, was de eerste die het lied ‘O Tannenbaum’ op schrift stelde. De melodie was een bekend volkswijsje.Naast ‘Stille Nacht’ is ‘O Tannenbaum’ het meest bekende kerstlied dat vanuit Duitsland de hele wereld veroverde. De melodie van ‘O Tannenbaum’ wordt zelfs in de Verenigde Staten van Amerika in vier verschillende staten(o.a. Maryland) als volkslied gebruikt. In het arrangement van David Well hoort u het lied eerst op de manier zoals velen het kennen. Na deze inleiding klinkt een stevige rock-versie en is de maatsoort niet meer de gebruikelijke.Het tussendeel is weer in de vertrouwde driekwarts-maatsoort. Hier is echter de ritmiek in een ander jasje gestoken. Na de rijkelijk met slingers versierde rock-beat klinkt nog één keer het oorspronkelijke thema.