Al in de slotfase van dit eerste deel klinken dreigende, akkoordvreemde bastonen van waaruit het tweede deel zich ontwikkelt. Dit nieuwe gedeelte geeft de fenomenen ‘oorlog’, ‘lijden’, ‘dood’ en ‘waanzin’ weer. Na een chaotisch einde waarin alle waanzin op de spits gedreven wordt, klinkt opnieuw het klaagzangthema, wederom gespeeld op de bugel, maar nu waardig, nobel en in majeur. Dit vormt de overgang naar het derde deel, dat de vreugde om de (herwonnen) vrede beschrijft en leidt naar het vierde en laatste deel. Aan het eind klinken de mysterieuze bastonen en de dreigende sfeer van het begin opnieuw, als symbool van de aanwezigheid en constante dreiging van oorlog en geweld in de wereld. Dit werk werd in 2006 bekroond met de derde prijs in de compositiewedstrijd ‘De Muziekgolf’ te Antwerpen.