Met een niet aflatende ijver zette hij zich in voor het ontstaan van nieuw repertoire en was hij zelf ook pleitbezorger van vele nieuwe werken. Zo was hij in 1977 met anderen initiatiefnemer tot het laten schrijven van het Concertino voor fanfare van Rob Goorhuis, een werk dat hij zelf met het Nationaal Jeugdcorps, thans het Nationaal Jeugd Fanfare Orkest, ten doop heeft gehouden. Onder de vele componisten, die hij aanzette tot het schrijven van nieuwe werken, behoren o.a. Jan en Jacob de Haan, Willy Hautvast, Kees Vlak en Henk van Lijnschooten. Op deze wijze heeft Piebe Bakker mede een stempel gedrukt op de blaasmuziek in de laatste decennia van de twintigste eeuw. Na zijn overlijden was de behoefte bij velen groot om een muzikaal monument op te richten voor deze bevlogen musicus. De artistieke leiding van het Nationaal Jeugd Fanfare Orkest, in de persoon van Danny Oosterman, heeft daarom bij het Fonds voor de Scheppende Toonkunst het verzoek ingediend een compositie te laten schrijven ter nagedachtenis aan Piebe Bakker. Besloten werd dit werk te laten schrijven door de componist Rob Goorhuis, die altijd een goede band met Piebe Bakker heeft gehad. Rob Goorhuis schreef daarop dit In Memoriam Piebe Bakker. Uitgangspunt bij het schrijven van dit werk was voor de vernieuwing, die Piebe altijd nastreefde, gestalte te geven, maar ook zijn bijzondere band met de componist Henk van Lijnschooten tot uitdrukking te brengen.