Net zoals in zijn eerste suite komt ook in deze tweede jazz-suite de genialiteit en het gevoel voor humor van de componist sterk tot uiting. Hoewel de naam doet vermoeden dat men met echte onvervalste jazz te maken krijgt is dit echter niet geheel waar. Integendeel zelfs, de compositie bevat vrijwel geen jazz-elementen. Het is meer een ballet-suite met westerse – vooral Weense - invloeden uit de romantiek. De naam van dit gedeelte uit de suite bedriegt enigszins; de titel wekt de indruk dat men te maken heeft met een eenvoudig stukje muziek. Niets is minder waar. In de bewerking voor harmonie-orkest zijn de harp- en de piano-partij ad lib.