1. Griet groeit op in een omgeving zonder echte liefde. De ware liefde met haar vriend Gosse wordt haar verboden. De dominee probeert de geliefden uit elkaar te houden, maar in het geheim ontmoeten zij elkaar. Als de dominee Gosse de reden van zijn verbod vertelt, verhangt deze zich aan het klokkentouw.
2. Griet treurt om het verlies van Gosse maar het leven gaat door. Tot haar schrik blijkt Griet zwanger: de erfenis van Gosse. Voor het volbrengen van de zwangerschap laat ze haar boerderij over aan haar knechten en baart in het diepste geheim een zoon, met wat later zal blijken een zeer ongewoon karakter.
3. Als Griet terugkeert in Munnekezijl voedt ze haar kind in het geheim op. De blinde weduwe, Gitje, wordt belast met de zorg voor de jongen, die door Griet ‘klokkenspeler’ wordt genoemd. Het kind groeit uit tot een monster waar Griet en Gitje de handen vol aan hebben. Desondanks voelt Griet zich er intens verbonden mee. In deze periode komt de dominee zich meermaals beklagen over het feit dat Griet zich nooit meer in de kerk laat zien. Als zij dit bij herhaling weigert, vervloekt hij haar en zegt dat de duivel haar zal komen halen.
4. Als Griet jaren later onder de dekking van het donker samen met haar zoon een rit maakt op een wagen met twee pas gekochte goudvossen ervoor, gaat het mis. De inmiddels forse knaap ontneemt haar na een aanvankelijk ontspannen rit de teugels en jaagt het span op tot een wilde jacht. Griet probeert hem tot andere gedachten te krijgen maar haar pogingen ontaarden in een gevecht. De wagen met paarden slaat op hol vliegt de dijk af en verongelukt. Boeren die op het tumult afkomen zien een grote vent die een vrouw boven zijn hoofd tilt en haar over de paarden heen in het slik smijt. De paarden trappen haar in de weke modder en de wagen rijdt dwars over haar heen. Als het ‘s ochtends licht wordt is het verminkte lichaam van Griet door de zee verzwolgen. “Het was de duivel” wordt verteld, ook omdat van de zoon annex ‘klokkenspeler’ nooit meer iets is vernomen.
Het werk Griet Koenes van componist Rob Goorhuis ging in première op zaterdag 15 november 2014.