De uitvoering werd gegeven door fanfare 'Oranje' Dokkum met medewerking van beiaard, koor en solisten. Het geheel stond onder leiding van Marten van der Wal. Het openluchtspektakel trok vele bezoekers en het grote succes van de uitvoeringen riep om een werk, waarin de hoogtepunten van de opera tot een instrumentale compositie werden gesmeed. Rob Goorhuis voltooide dit werk eind 2004. In de opera werden verschillende muziekstijlen ten tonele gevoerd ter onderstreping van de uiteenlopende kijk op leven, natuur en religie, die er tussen Bonifatius en zijn gevolg en het volk van de Friezen bestond. Hierdoor is een bonte compositie ontstaan, waarin naast traditionele stijlen ook pop- en jazzelementen en hedendaagse klanken verwerkt zijn. Het verhaal dat aan de compositie ten grondslag ligt, komt er in het kort op neer dat bisschop Bonifatius het, na aanvankelijk gastvrij te zijn ontvangen, aan de stok krijgt met de priester van de Friezen. Deze ruzie laait zo hoog op dat het gevolg van de bisschop deze recalcitrante heidense "geestelijke" tegen de wil van Bonifatius met stokslagen om het leven brengt. Als deze moord aan het licht komt, raken de Friezen buiten hun zinnen en slachten de bisschop en zijn volgelingen af in een bloedstollend gevecht. Toch heeft het woord van Bonifatius iets teweeggebracht in de Friese harten. Na rouw en bezinning vieren de Friezen het aanbreken van de nieuwe dag en geven blijk van een vernieuwde kijk op hun leven.