Het Engelse woord ‘bliss’ betekent heerlijkheid of zaligheid. De titel is ontleend aan de oorsprong van het Noord-Brabantse dorp Dussen, dat bestaat uit drie voormalige ‘heerlijkheden’ (landgoederen): Munsterkerk, Muilkerk en Heer Aartswaarde. Het werk omvat een drietal impressies. Het eerste deel schetst het verleden en het heden van Dussen. Het verleden komt tot uiting in de ‘klassieke’ inleiding, het heden in het snellere en meer dynamische vervolg. Dat de geschiedenis altijd een rol blijft spelen, blijkt uit het slot van dit deel, waarin het beginthema geïntegreerd wordt in het tempo van het heden. In het tweede deel weerklinken het riviertje de Dusse en het kasteel - twee karakteristieke elementen van Dussen. Het stromen van het water is hoorbaar in de trillers van de saxofoons, gecombineerd met het klokkenspel en de bar chimes. Tegelijkertijd is er een lyrische melodie te horen, die zacht begint en steeds sterker wordt, tot het gehele orkest speelt. Op het hoogtepunt gaat deze melodie over in een muzikale weerspiegeling van het kasteel, dat ook een vooraanstaande rol speelt in de ‘heerlijkheid’ van Dussen. Vanuit de statigheid van het kasteel eindigt dit deel zoals het is begonnen: met het kabbelende riviertje in de verte.Het derde deel schetst de culturele, sportieve en zakelijke levendigheid onder de Dussense bevolking, vertaald in een staccatothema afgewisseld met verrassende ritmische wendingen. In het slot van dit deel komt het beginthema terug, om te benadrukken dat Dussen zonder zijn geschiedenis Dussen niet zou zijn.