
Actieve filters
- Graad: 5
-
Pomp and Circumstance...€ 139,99
De Engelse componist Edward Elgar schreef zijn vijf Pomp and Circumstance-marsen tussen 1901 en 1930 - toen de macht van Engeland wereldwijd groot was. March No. 3 in C klein werd uitgegeven in 1905.
-
I Vespri Siciliani€ 179,99
In 1854 was Verdi in Parijs om in opdracht van de Opéra I vespri siciliani (1855) te componeren. De componist begon zich al snel te ergeren aan de eisen van de Franse ‘Grand Opéra’ omdat hij deze te beperkend en gekunsteld vond: “Ik zal erg blij zijn als ik I vespri siciliani heb voltooid.
-
Omaggio a Bellini€ 189,99
Met de operas van Bellini als lichtend voorbeeld creëerde Saverio Mercadante een contrastrijke ouverture gebaseerd op lyrische en dramatische momenten uit zijn eigen werken. Deze bewerking geeft moderne blaasorkesten toegang tot een compositie die op grond van haar verouderde instrumentatie ten dode was opgeschreven.
-
Aroldo€ 179,99
Aroldo, nummer 22 van de 32 opera's die Verdi schreef, is zeker niet een van de bekendste werken van 'het genie van Busseto'. Het is geschreven in 1857, in feite als nieuwe versie van de opera Stiffelio uit 1848, die vanwege het 'aanstootgevende' onderwerp overspel werd gecensureerd.
-
-
Marche Hongroise€ 82,26
from La Damnation de Faust
In 1846 schreef Berlioz de Hongaarse Mars die hij later dat jaar opnam in het grote werk Le Damnation de Faust. De mars werd geschreven op advies van anderen die Berlioz verteld hadden dat het Hongaarse publiek, waar hij dat jaar concerten voor moest verzorgen, zeer gecharmeerd zou zijn van een stuk uit hun eigen cultuur. Als thema voor zijn Hongaarse mars koos hij dat van de Rákóczi March. De tip bleek een goede te zijn want het concert en de mars werden een groot succes.
-
American Suite€ 166,80
Dvoráks verblijf in de Verenigde Staten wordt steevast geassocieerd met zijn 9de symfonie Uit de Nieuwe Wereld, maar ook zijn fameuze celloconcert én de pianosuite (opust 98) zijn afkomstig uit het tijdvak (1892-1895) dat Dvorák artistiek directeur van het Conservatorium te New York was. Deze suite voor piano werd door Dvorák zelf georkestreerd, een jaar na voltooiing van de pianoversie. Deze werkwijze hanteerde hij ook bij zijn beroemde Slavische Dansen (opus 46 en 72) en de Legenden. De orkestsuite kreeg als titel American Suite en verscheen onder opusnummer 98b. Dvorák heeft de orkestversie nooit kunnen horen: de première vond plaats op 1 maart 1910 in Praag, zes jaar na zijn dood. Net als zijn Nieuwe Wereld Symfonie en zijn Amerikaans strijkkwartet zijn duidelijk Amerikaanse invloeden te bespeuren in de American Suite: het veelvuldig gebruik van pentatoniek (d.w.z. gebruik makend van slechts 5 verschillende tonen) en de toepassing van gesyncopeerde ritmes. De bewerking voor harmonieorkest van de American Suite (oorspronkelijke toonsoort A-dur) omvat 3 van de 5 delen:
I. Andante con Moto
II. Moderato - Alla Polacca
III. Finale: Allegro
-
Pini di Roma€ 287,59
(Complete version)
De suite Pini di Roma is het tweede orchestrale werk uit Respighi’s Romeinse trilogie. Deze in 1923 voor symphonieorkest gecomponeerde suite beschrijft diverse plaatsen in Rome waar pijnbomen groeien. Dat dit meesterwerk overeind blijft als het bewerkt wordt voor harmonie bewijst het arrangement van Ton van Grevenbroek wel. De 4 achtereenvolgende delen zijn: I Pini di Villa Borghese, Pini Presso una Catacomba, I Pini del Gianicolo en I Pini della Via Appia.